donderdag 17 maart 2011

Onderzoeken

In de jaren tussen 2007, toen mijn klachten weer begonnen, en nu is er vaak twijfel geweest of ik nou slokdarmklachten had of hartklachten. Heel vervelend, want niemand kan het onderscheid eigenlijk goed maken, wat altijd leidt tot catheterisatie, een onderzoek dat best vervelend is, zeker als je het al zo vaak hebt ondergaan, want de slagader in de lies wordt erg gevoelig. Ik weet nu zeker dat ik zowel hartklachten als slokdarmklachten had, wat alles natuurlijk nog eens extra vervelend maakt. Een pilletje onder de tong tegen hartklachten helpt ook altijd prima tegen slokdarmklachten, maar een Rennie of andere maagzuurremmer helpt natuurlijk niet tegen hartklachten. Zo heb ik in de afgelopen maanden heel wat Rennies gegeten, ook bij hartklachten. Ik nam altijd eerst een paar Rennies (ik had een doos uit Amerika meegenomen tijdens onze vakantie vorig jaar, die zijn veel lekkerder dan onze Rennies) om slokdarmklachten uit te sluiten. Bleven de klachten aanhouden, dan nam ik het wonderpilletje onder mijn tong. Op 't laatst kreeg ik er niet eens meer hoofdpijn van. Tot voor kort was mijn medicijnengebruik uitgebreid met forse doseringen vaatverwijders, die ervoor zorgden dat ik zo min mogelijk klachten had. Toch kwam de pijn op de borst steeds vaker voor, ook als ik niet aan het sporten was, zoals bijvoorbeeld tijdens de overgang van warmte naar kou. Dat was een groot probleem, want ik reisde per trein naar mijn werk en soms moet je nu eenmaal even op een (koud) perron wachten. Ik kreeg dan soms een afschuwelijke pijnaanval en dat is erg vervelend als je op een perron vol met mensen staat. Gelukkig wist ik het wel te bedwingen met een of twee pilletjes onder mijn tong en ging vervolgens gewoon aan het werk. Het had geen zin om me ziek te melden, want ik voelde me ook echt niet ziek. 
De laatste tijd kreeg ik een aantal keren 'zomaar' een pijnaanval vlak na het ontbijt (en inname medicijnen). Ook dan stapte ik met pijn en al in de auto om naar het station te rijden, in de hoop dat de pijn na het pilletje onder mijn tong zou afnemen. Mijn zogenaamde 'stabiele angina pectoris' was aan het omslaan naar de gevaarlijke instabiele vorm, dus ik was op mijn hoede. Het 'voordeel' van de stabiele vorm is dat er eigenlijk altijd wel een uitlokkingsfactor is, zoals inspanning of kou. Bij de instabiele vorm komt de pijnaanval zomaar uit de lucht vallen en het vervelende daarvan is dat je dan niet weet of je een hartinfarct hebt of 'gewoon' angina pectoris. Pas als de klachten weer verdwijnen met het pilletje onder de tong, weet je zeker dat je geen infarct hebt.

Zo tegen het einde van 2010 besloot de cardioloog dat er maar weer eens een mibi-scan moest worden gemaakt. De laatste was alweer van bijna 2 jaar geleden en wellicht was er nu meer te zien, zeker omdat mijn klachten duidelijk waren toegenomen. De mibi-scan bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel worden er foto's gemaakt in rust. Je krijgt een soort vloeistof ingespoten waarmee ze de hartspier goed op de foto's kunnen zien. Tijdens het tweede deel moet je je inspannen en moet je een paar dagen van tevoren stoppen met alle medicatie die je vaten verwijden en je bloeddruk verlagen. De mibi-scan vond plaats in het MCA te Alkmaar. Ik wist nog van de vorige keer hoe zwaar de fietstest was en ik gaf aan dat ik het niet zou gaan redden. De test die ik kreeg werd een kortere versie en ik kreeg adenosine ingespoten tijdens het fietsen, waarmee het hart het zwaar kreeg, zonder dat ik een te grote inspanning hoefde te leveren. Dit doen ze speciaal voor mensen die geen grote inspanning meer kunnen leveren. Al tijdens de test voelde ik de pijn opkomen en de cardioloog die erbij was, liet me zien dat er duidelijk sprake was van zuurstoftekort, wat we konden aflezen op het hartfilmpje (ECG) dat werd gemaakt.

Korte tijd later werd ik gebeld door mijn eigen cardioloog en hij zei dat uit de mibi-scan bleek dat er sprake was van 'nieuw letsel' en hij zei dat hij ervan overtuigd was dat de artsen in het AMC te Amsterdam mij niet zouden dotteren. Hij maakte meteen de nodige afspraken voor mij in verband met pre-operatief onderzoek en wilde mij zo snel mogelijk cathteteriseren, omdat ze dat in Amsterdam graag willen om tot een besluit te komen. Ze gaan niet iemand opereren die gedotterd kan worden.

De volgende dag moet ik naar het ziekenhuis voor pre-operatief onderzoek, zoals bloedonderzoek, een longfoto en een longfunctieonderzoek en weer een paar dagen later word ik gecatheteriseerd. Wat gaat dat ineens snel! Ik vraag of ze intussen in het Gemini ook zogenaamde angioseals gebruiken om het gaatje in de slagader na afloop mee af te dichten. In het AMC doen ze dat namelijk wel, wat aanzienlijk scheelt in de tijd die je na afloop dan nog plat op je rug met gestrekt been moet liggen. De cardioloog zegt dat dat wel kan, dus daar ben ik blij mee. De verpleging vindt dat ik erg rustig ben als ik naar de cathteterisatiekamer wordt gebracht, maar ik zie geen reden om me druk te maken. Ik weet toch wel dat het niet goed zit, maar de artsen zien nu eenmaal graag het bewijs daarvan. Het verdoven is wat gevoeliger dan anders en het aanprikken van de slagader ook. 'Dat komt doordat die slagader al zovaak aangeprikt is', zegt de cardioloog. Tijdens de catheterisatie zegt de cardioloog letterlijk: 'nou, dat ziet er hetzelfde uit als in 2009, dus ik vraag me af of ze dat gaan opereren'. Nou, lekker wel, wat moet ik daar nou mee? Hij zegt dat de hoofdstam vernauwd is en dat dat erg gevaarlijk is. Hij plaatst de angioseal, wat erg pijnlijk is en ik houd er nog zeker een week flink last van, wat ik normaal gesproken ook nooit heb.
Als ik weer terug op de afdeling ben, komt de nurse practitioner aan mijn bed en vertelt dat ik vanaf nu absoluut niet meer mag sporten. Huh? Ik vraag haar waarom niet en ze vraagt mij of ik me wel realiseer hoe ernstig de situatie is. Nou, die indruk kreeg ik anders niet direct door de reactie van de cardioloog. Ze zegt dat mijn hoofdstam voor 50% vernauwd is en als er op die plek iets misgaat, ben je meteen dood. Niet meer sporten dus. Later bel ik nog eens met de cardioloog om te vragen hoe het nou zit met dat sporten. Hij zegt ook meteen dat ik dat niet meer mag. Oké dan. Niet dat het nog zo goed ging de laatste tijd hoor. Vaak moest ik na een paar minuten al opgeven, omdat de pijn gewoon te erg werd. Of kreeg ik na het sporten, tijdens de cooling down ineens een aanval.
Ik word nog opgetrommeld voor ademhalingsoefeningen bij de fysiotherapeut, die ik moet gaan toepassen vlak na de operatie. Mijn longen zullen, net als mijn hart, worden stilgelegd tijdens de operatie en dan zit er geen lucht meer in. Als ze weer moeten gaan werken, moeten ze zich goed ontvouwen, net als een plastic zak waar je lucht in blaast en moeten alle rimpels eruit. Dat doe je door diep in te ademen.

Op mijn werk vertel ik aan mijn directe collega's dat ik moet worden geopereerd, maar wanneer weet ik niet. Ik vertel het nog niet aan iedereen; daar heb ik immers nog zat tijd voor, want de wachttijd in het AMC bedraagt maar liefst 12 weken en ik sta officieel nog niet eens op de wachtlijst.
Eigenlijk ben ik er nog niet eens helemaal zeker van, door de reactie van de cardioloog, maar waarom moet ik dan ineens op stel en sprong al die onderzoeken ondergaan? De cardioloog zegt dat hij zijn bevindingen naar het AMC stuurt en het AMC beslist. Ik zoek intussen op het internet naar meer informatie en lees dat er eigenlijk nooit in een hoofdstam wordt gedotterd vanwege de risico's. Ik pak de uitslag van de catheterisatie van 2009 erbij en lees dat er naast de hoofdstam nog meer vernauwingen zijn, zo te zien in alle kransslagaderen en dan wordt er meestal ook niet gedotterd. Daarnaast kennen ze mij uit 2005 natuurlijk nog. No way dat ze mij nog willen dotteren ;o) Ik wacht dus maar geduldig af.

Ik krijg nog een paar keer die pijnaanvallen. Vaak 's morgens naar aanleiding van de kou, soms ook 's middags, alweer door de kou. Ook merk ik dat traplopen lichte pijnklachten geeft, door alle vaatverwijders heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten